• Wolderwijd logo
 
header jurist

Vergoeding aan huurder voor verbeteringen aan de woning

Een huurder kan, voor geoorloofde veranderingen toevoegingen, na het einde van de huurovereenkomst vergoeding vorderen v

Vergoeding aan huurder voor verbeteringen aan de woning

3 minuten mr. Mariëlle Ducaat huurrecht voor verhuurders 19 augustus 2015 2024

Het gebeurt regelmatig; een huurder van een woning verandert iets in de woning -hij zet er bijvoorbeeld een nieuwe keuken of badkamer in- en vordert na afloop van de huurovereenkomst de kosten van de verbetering van de woning bij de verhuurder. De vraag is dan of de verhuurder gehouden is om deze kosten aan de huurder te vergoeden. In het hiernavolgende zal verder op deze vraag worden ingegaan.

Veranderingen gehuurde door huurder

De huurder die veranderingen aan het gehuurde wil aanbrengen mag dit doen als het gaat om toevoegingen die zonder noemenswaardige kosten weer ongedaan gemaakt kunnen worden. Dit wordt bepaald in artikel 7:215 lid 1 van het BW. Het gaat hier om de zogenaamde klussenregeling die het de huurder mogelijk maakt om zijn woning aan de woonbeleving en woonbehoefte naar wens aan te passen. Gedacht moet worden aan het ophangen van gordijnrails, het bevestigen van lampen etc. Alle andere wijzigingen -die dus niet zonder noemenswaardige kosten ongedaan gemaakt kunnen worden- behoeven toestemming van de verhuurder of een (vervangende) machtiging van de rechter.

Machtiging en belangenafweging

De toestemming om in woonruimte veranderingen aan te brengen moet door de verhuurder binnen acht weken worden gegeven indien de wijziging de verhuubaarheid van de woning niet schaadt. Zonder belangenafweging moet de verhuurder de toestemming dan geven. Pas als de verandering mogelijk leidt tot mindere verhuurbaarheid van de woning of waardevermindering van de woning komt de belangenafweging om te hoek kijken. De rechter weegt het belang van de huurder af tegen het belang van de verhuurder. Aan huurderszijde wordt gekeken of zijn belang noodzakelijk is voor doelmatig gebruik van de woning. aan verhuurderzijde worde bekeken of zwaarwichtige belangen zich verzetten tegen het aanbrengen van de voorzieningen. De afweging is zeer casuistisch. Overigens geldt dat veranderingen of toevoegingen aan de buitenzijde van het gehuurde bij woonruimte contractueel kan worden verboden. In dat geval is ook een vervangende machtiging vragen niet mogelijk.

Vergoeding voor geoorloofde verandering

Het is de huurder toegestaan om de aangebrachte voorzieningen weg te breken bij het einde van de huurovereenkomst. Een ingebouwde vaatwasser kan derhalve worden meegenomen naar de nieuwe woning. In sommige contracten verplichten verhuurders zelfs om door huurder aangebrachte veranderingen ongedaan te maken. Als het echter gaat om geoorloofde veranderingen, die al dan niet met vervangende machtiging door de huurder zijn aangebracht, dan kan huurder niet verplicht worden om de veranderingen weer ongedaan te maken. In bepaalde gevallen kan het dan redelijk zijn dat de huurder een vergoeding ontvangt voor de aangebrachte voorzieningen. Om aanspraak te kunnen maken op een dergerlijke vergoeding moet aan de eisen van artikel 6:212 (ongerechtvaardigde verrijking) worden voldaan. De verhuurder moet zijn verrijkt waar de verhuurder is veramd. In de rechtspraak is bepaald dat voor een vergoeding op grond van dit artikel slechts in uitzonderlijke gevallen plaats is. Omdat het gaat om veranderingen waarvoor toestemming vereist is zal aan die toestemming vaak de voorwaarde worden verbonden dat de kosten wel of niet worden terugbetaald. Een afzonderlijke vordering van de huurder zal om die reden daarom niet vaak worden toegekomen.

Mariëlle adviseert en procedeert op het gebied van arbeidsrecht, bestuursrecht, contractenrecht en huurrecht. Volg Mariëlle ook op LinkedIn. Bereikbaar via ducaat@wolderwijd-juristen.nl of 036 522 7007.

Meer van mr. M.S. Ducaat over huurrecht voor verhuurders:

Veelgestelde vragen: